Door op 4 mei 2017

Dodenherdeking 2017

Ik luister en probeer het te bevatten, maar het is veel. Ik ben in gesprek met een jongen. Hij is 17 jaar. Hij vertelt mij dat hij, toen hij elf was, werd ontvoerd en tot kindsoldaat werd gemaakt. Hij vertelt mij dat hij vreselijke dingen heeft meegemaakt en ook hoe gek ook, ook plezier heeft gehad.

Hij vertelt mij dat hij niet weet wat hij aan moet met die dubbele gevoelens. Hij vertelt mij dat hij ontsnapte en weer naar huis ging, maar daar eenmaal aangekomen, na een reis van een jaar, werd weggestuurd door zijn familie. Omdat hij misdaden had begaan en zijn familie bang was voor wraak uit de gemeenschap. Hij kreeg geld mee en ging naar Europa. En nu twee jaar later woont hij hier. Er wordt veel van hem gevraagd. School, werk, op tijd naar bed, op tijd weer opstaan, koken, Nederlands. Hij doet het, hij wil het, hij kan het ook, maar hij mist zijn moeder zo. En zijn broertje.

Het oorlogsverhaal van deze jongen, is zijn verhaal. Het lijkt, ergens, op het verhaal van anderen en toch ook weer helemaal niet. Hij heeft geen bommen meegemaakt, wel geweren. Hij heeft geen verkrachting meegemaakt, wel een overtocht met een boot en een werkkamp. Hij leeft nu in veiligheid, maar voelt geen vrede en is verdwaald. Hij heeft vergeven, maar kan niet vergeten. Zijn oorlog is en was een andere dan die van mensen uit Syrië, uit Irak, Bosnië, voormalig Nederlands Indië, Mali, uit Nederland, uit Zutphen en Warnsveld. Zijn recht op vrijheid is echter wel hetzelfde als die van ons allemaal. En hij vertelt zijn verhaal, zodat ik het kan doorvertellen en het samen met al die andere, talloze verhalen, uw verhalen, het grote verhaal over oorlog wordt.

Oorlog. We lezen erover in boeken. Veldslagen, veroveringen, jaartallen. We zien het ook op televisie. Opgeblazen gebouwen, bruggen, ziekenhuizen, strategische doelen, terroristische aanslagen. En we horen dreigende taal. Machtige mannen met grote woorden, opgewonden gezichten en vol met verwijten. Ik zeg het eerlijk, ik vind het eng, net als u. Ik ben soms ook bang, bang voor mijn kinderen, bang voor u, bang voor mijzelf. En juist daarom is herinneren zo belangrijk.

Het delen van de verhalen, van de pijn, van het verdriet. Want alleen de herinnering kan ons behoeden. De herinnering maakt de geschiedenis aanraakbaar. Het delen van die herinnering, maakt de geschiedenis van oorlog echt voor al die mensen die er niet bij waren, zoals ik. Opdat ook zij niet zullen vergeten en, misschien nog wel belangrijker, een beetje kunnen begrijpen hoe het was en dit begrip of gevoel weer kunnen delen. Dat kan alleen maar door te luisteren, goed te luisteren en ervoor open te staan. Te luisteren naar het verhaal van de heer Mulder, te luisteren naar de gedichten, naar de muziekstukken, naar het verhaal van de jongen van 17.

Dodenherdenking, speech op 4 mei door wethoude Annelies de Jonge